Gewassen

Wintertarwe
Dit graan wordt in de herfst gezaaid en de zomer erop volgend geoogst. Het graan wordt verkocht en komt terecht in de keten in de vorm van veevoer. Het stro persen we op en wordt grotendeels gebruikt als strooisel voor de koeien.

Wintergerst
De gerst die we hier telen is bestemd voor veevoer.

Foto gemaakt door A.E. De Winter.

Suikerbieten
Dit gewas wordt in het voorjaar gezaaid.  Sinds enkele jaren worden de percelen niet meer geploegd. Na de tarwe zaaien we groenbemester in de stoppel. Dit gewas vriest kapot en in het voorjaar maken we de grond los en blijven de gewasresten op het land liggen. Deze mengen in de bovenlaag bij het gereedmaken van het zaaibed. Op onderstaande foto zijn nog duidelijk de stukjes van de gewasresten zichtbaar.

De suikerbieten gaan in de winter nadat ze zijn geoogst op de vrachtwagen naar de suikerfabriek Royal Cosun in Hoogkerk. Hier worden ze gewassen en verwerkt tot kristalsuiker voor menselijke consumptie. De reststromen (pulp,  meegevoerde grond, mineralen en zouten) vinden hun weg weer terug naar de landbouw.

Foto gemaakt door A.E. De Winter
Veld suikerbieten.


Geoogste suikerbieten wachten totdat ze naar de suikerfabriek worden gebracht in Hoogkerk waar ze verder verwerkt worden.

Aardappels
Op ons bedrijf worden door een collega-boer pootaardappels verbouwd. Sinds 2019 zijn deze aardappels ook gepoot in niet geploegd land.

Groenbemesters
Wij hebben ervoor gekozen om de grond niet meer te ploegen. De gedachte hierachter is dat met ploegen veel bodemleven verloren gaat het tevens de afbraak van organisch materiaal versneld wordt.  Door zo min mogelijk de grond te bewerken blijven de organismen en schimmels in de bodem in leven en zorgen onder andere wormen voor de stimulering en regulering van lucht- en waterhuishouding in de grond. Om het bodemleven te voeden strooien we in het najaar stalmest over de akkers en zaaien de graanstoppels in met groenbemester. Dit is vaak een mengsel van een aantal verschillende soorten, onder andere Facelia, Alexandrijnse klaver, vlas, wikke en Japanse haver. Elke soort heeft haar bijdrage aan het verbeteren van de grond, dit gebeurt door diepe en ondiepe beworteling of het binden van stikstof uit de lucht. De Facelia produceert nectar voor bijen en hommels. De gewassen vriezen makkelijk kapot in de winter waardoor de bewerking in het voorjaar gering kan zijn.

  Facelia in bloei.

Wortelstelsel van de groenbemester in najaar.