Historie

Het kustlandschap van Noord-Nederland is gevormd onder invloed van de zee en de mens. In periodes van landaanslibbing en -afbraak ontstond een kwelderlandschap dat in een aantal delen was verdeeld door de inhammen van de zee, de monden van enkele waterlopen, waaronder de Fivel. Deze hadden alle als monding een meer of minder wijde zeearm, die onderdeel was van de Waddenzee.

De eerste bewoners streken al voor de jaartelling in het vruchtbare gebied neer. Door de stijgende zeespiegel waren de bewoners genoodzaakt zich te beschermen tegen het zeewater. Dit deden ze door hun woonplaatsen op te hogen met plaggen en mest. Zo ontstonden de voor dit kustgebied zo kenmerkende wierden. Dit proces van ophoging ging door tot de bedijking.

Al zo lang er bewoning in dit gebied is geweest, moest er gestreden worden tegen wateroverlast. Enerzijds tegen het zeewater, anderzijds om het overtollige regenwater zo snel mogelijk af te kunnen voeren.

Het dorp Westeremden heeft lange tijd kunnen profiteren van de gunstige ligging aan het water. De westzijde van de Fivel wordt begrensd door de wierdendorpenreeks in de lijn Middelstum, Kantens, Rottum, Usquert. In de loop van de tijd kwam de noordelijke Fivelarm te vervallen doordat ze dichtslibde. Van de Fivelmond schat men het begin van de verzanding rond het jaar 1057. En met het verzanden van de armen kwam het indijken, zodat dit gebied weinig of hoge wierden draagt. Hoogstens wat vluchtheuvels nog, voor er een dijk gelegd werd.

Het oude kwelderlandschap is nog steeds terug te zien in het veld. De percelen op deze boerderij zijn qua ‘zwaarte’ wisselend. Op een perceel kan het variëren van 28 tot 41 procent afslibbaarheid.

In de bronnen wordt de boerderij voor het eerst genoemd in een Keerskoopbrief van 18 november 1733, waarbij de crediteuren van Andreas Sibenius diens “halve plaatse tot Westeremden gelegen” en mevrouw de weduwe Isink de andere helft competeerende. De hele plaats was 50 grazen en onder beklemming bij Willem Tonnis voor 150 Caroli gulden, het ene deel 43 grazen bij het huis van de meijer en een ander kamp van 7 grazen (boerderijenboek Stedum, 1986).

Verkaveling situatie 1820.

Enkele boerderijen in deze streek dragen de naam de Har in hun naam. Een van deze is de ‘Olle Har’. Deze boerderij met landerijen is aangekocht in 1933. De schuur is deels herbouwd op de huidige locatie aan de Huizingerweg. De overige gebouwen zijn geheel gesloopt en overige restanten zijn niet meer zichtbaar. In 1936 is een nieuw woonhuis gebouwd voor de boerderij, in Amsterdamse School stijl.

De boerderij rond 1970.